Tanzaniaans vervoer...
Door: Tessa Kompagne
Blijf op de hoogte en volg Tessa
10 Februari 2013 | Tanzania, Arusha
Vrijdagochtend is nog een vrijwilliger gekomen, genaamd Harma. Zij is een vriendin van Michiel en Lize en komt dit weekend ons opzoeken om te kijken hoe het hier in Arusha is. Vrijdagmiddag zijn we bij een taxichauffeur op bezoek geweest. Deze had ons uitgenodigd. Om half 1 zou hij ons ophalen. Daarvoor hebben we nog wat aardappelen, rijst en popcorn gekocht als gift. Dit is gebruikelijk hier, wanneer je ergens te gast bent, dat je wat eten of iets dergelijks meeneemt. Bij hem thuis aangekomen, werden we hartelijk ontvangen door een nicht, zijn dochter, vrouw en buurjongen. Na wat handen schudden en een soort Afrikaanse knuffel mochten we gaan zitten. De televisie werd gelijk aangedaan, dat is hier gebruikelijk en gastvrij tegenover je gasten. Dus maar een beetje televisie kijken. Er was een Afrikaans christelijk koor op televisie. Wat was dat vrolijk om naar te kijken en te luisteren. Dit gezin waar we nu waren, was erg gelovig. Dit kon je zien op de muren, waar kruisjes en afbeeldingen van Jezus hingen. Dit kom je in heel veel gezinnen hier tegen. Daarna vroeg zijn dochter wat we wilden drinken. Dit werd op dat moment nog uit de supermarkt gehaald, dat is hier ook gebruikelijk. Ondertussen was de vrouw druk aan het koken. Na een uurtje was het eten klaar. We herkenden onze aardappelen en rijst terug, wat we hadden meegenomen. We kregen aardappelpuree, spinazie, rijst en soort sausje met vlees. Het was ontzettend lekker. Wat koken wij in Nederland maar saai en wat kunnen ze hier lekker koken. Alleen dat vlees tja, dat is hier nog wel erg wennen. Ik had erg zin in het vlees, maar het was een soort taaie spek en kreeg het echt niet weg. Na 5 minuten kauwen en zere kaken, verstikte ik mij in de vlees. Ik kreeg erg benauwd, maar gelukkig nog uit mijn keel. Oh, wat schaamde ik! Want nu kreeg ik het gevoel dat ze dachten dat ik het niet lekker vond. Dus maar tig keer excuses aangeboden en gezegd dat het zo lekker was. Daarna hebben we afscheid genomen en zijn we richting de stad gelopen. We moesten nog wat dingetjes kopen. ’s Avonds hebben we heerlijk gegeten bij Africa Masai Café. Eindelijk is een normale Hawaï pizza. Dat hadden we wel nodig. Zaterdagochtend was ik al vroeg wakker, want we gingen naar Maji Moto. We hadden twee gidsen, namelijk Kiko en Frenkie. Twee jongens van halverwege de 20. Hartstikke aardige kerels. We moesten eerst met de taxi richting het busstation. Echt een pretje is het daar niet om als ‘muzungu’ daar te zijn. We bleven daar zo dicht mogelijk bij elkaar staan. Daarna liepen we naar de bus. We moesten in de bus zitten. De bus ging steeds rondjes rijden op het busterrein. Ondertussen werd er steeds Moshi geroepen. Dat was de plaats waar deze bus naartoe ging. Ik denk dat we wel ongeveer 4 rondjes hebben gereden en na ongeveer een halfuur was de bus vol. De reis kon beginnen. Ondertussen stapten ook nog mensen op bushaltes vinden. Bus vol? Nee hoor, allemaal inschuiven! Werd er nog een stoel uitgeklapt in de gangpad, zodat daar ook nog twee mensen op één stoeltje kon worden gepropt. Tussendoor stonden nog allemaal mensen en werden kinderen bij mensen op schoot gezet. Oke, echt conformtabel was het niet. Zelfs de Masai mensen met hun stokken etc. paste allemaal in de bus. De bus is de helft kleiner, dan dat we in Nederland hebben, maar hier worden rustig 60 mensen erin gepropt. Na een ruim uurtje waren we op een plek en moesten toen nog met een Tuc Tuc. We stonden daar bij elkaar en in één keer 8 autootjes en motortjes om ons heen te schreeuwen. Die wilden ons allemaal graag naar boven brengen. Frank en Kiko kenden daar een paar mensen. Al vrij snel hadden we twee betrouwbare Tuc Tuc drivers. Wat een belevenis. Met een soort golfkarretje, waar één voorwiel op zitten over hobbels, gaten, bruggetjes, van planken, modderpoelen etc. Met dat ding kon je overal erover heen. Wel had ik telkens het gevoel dat we eruit vielen, wanneer we heel scheef gingen. We moesten dan ook allemaal tegenduwen. En één keer tja, toen ging het mist. We zaten vast met de Tuc Tuc in een gat. Met een beetje geduw van Frank kwamen we eruit en konden we verder. De omgeving was prachtig mooi. Allemaal natuur en hier en daar stonden kleine huisjes. Na een weg van 17 kilometer kwamen we bij Maji Moto aan. Wat een prachtige plek. Het was net een sprookje. Na wat foto’s knippen heerlijk het water ingegaan. Het water was lekker warm en er waren kleine visjes die je dode huidcellen kwamen opeten. Maar dat vernam ik niet zo heel veel van. Natuurlijk heb ik ook nog even de hang-schommelgeval uitgeprobeerd. De meeste zwarte mensen zaten aan de kant. Deze mensen konden niet zwemmen en hebben niet zoals wij in Nederland zwemles gehad. Ook gaven we Frankie zwemles, alleen was dat niet zo’n succes. Na anderhalf uur gingen we weer terug, met de Tuc Tuc. Alleen was de terugreis een andere weg. Hmm.. komen we wel op de goede plek uit? En toen belanden we middenin een bruiloft! Het waren vrienden van Frankie. Een beetje ongemakkelijk stonden we daar. Wat doen we vredesnaam hier in ons oude kloffie en onuitgenodigd, maar dat gaf niet. Hier is het ook gebruikelijk om vrienden van vrienden mee te nemen. Oke, dat gaat dus een beetje anders dan in Nederland. Wij gingen naar binnen en kregen wat drinken en eten. Later kwamen er ook andere vrienden erbij zitten. De ouders van de bruid en bruidegom stonden bij een tafel. De muziek werd gedraaid. Iedereen ging dansen en beetje Afrikaans schreeuwen. Dansend gingen de ouders de familie ophalen. Er werd een heus dansje door iedereen opgevoerd. Ondertussen kregen zij ook eten en drinken en al dansend gingen ze zitten. Toen kwamen de neven, nichten, broers en zussen met bruid en bruidegom. Ook dit ging in een heus dansje. Het was één vrolijke dansende bende. Ook was iedereen hier mooi aangekleed en hadden de belangrijkste mensen de kleuren geel en paars aan. De beste vriendin en vriend stonden achter de bruidegom en bruid. Dat is ook hier gebruikelijk. Ook wordt hier de bruiloft door alle familie samen betaald. Na wat gekletst van de ceremoniemeester wilden we graag weggaan, want ongemakkelijk voelden we ons nog steeds. We moesten weer met de bus terug. Gelukkig was het al steeds wat meer wennen. ’s Avonds gingen we wat eten bij een sportbar. Het eten kwam erg laat, namelijk half 10. Dus over mijn reuze ‘honger’ zat ik al wat overheen. Daarna met een zere buik richting Empire. Een leuke gezellige avond met een heus live bandje. Dit bandje bestond uit blanke en zwarte mensen. Ontzettend gezellig! Daarna wilden we met de taxi naar huis. Ja, het is hier wat met die taxi’s. De vent van afgelopen woensdag kwam naar ons toe lopen. We wilden liever niet weer bij hem in de taxi. Dus we gingen naar een andere taxi. Alleen deze taxi kwam niet ver. Hij werd gelijk geblokkeerd door de andere taxi’s, want het was niet zijn beurt. We zijn eruit gestapt en we moesten van hun bij die ene taxichauffeur instappen. Dat hebben we niet gedaan en hadden uiteindelijk maar Jimmy opgebeld. Dit was er binnen een kwartiertje. Op de hobbelweg hadden we een probleem. Een vrachtwagen stond dwars midden over een weg vast in een kuil. We konden niet verder en als een ‘muzunghu’ liepen we liever hier niet ’s nachts over straat. Er was nog één gaatje over en daar ging Jimmy met de auto langs. Pff, dikke respect! Wij in Nederland hadden dat niet gekund. Nu is het alweer zondag. Straks gaan we voor de verandering maar weer eens naar de Masaai Markt! We mogen weer onderhandelen! Leuk! En vanmiddag maar even de lessen voor morgen voorbereiden. Ik ben benieuwd. Voor nu… Kwaheri!